Sta je graag in de keuken, en heb je ook nog eens groene vingers? Dan is basilicum kweken een leuk idee! Maak je geen zorgen, ook beginnende moestuiniers kunnen goed met basilicum uit de voeten. Je ziet de verse plantjes regelmatig staan bij de supermarkt of in het tuincentrum, maar hoe houd je het plantje lang mooi? Wanneer je je basilicum op de juiste manier verzorgt, kun je er nog langer van genieten! In dit blog vertellen we je hoe je eenvoudig basilicum verzorgt en hoe je het plantje kunt stekken. Lees dus snel verder!
Onmisbaar in de Italiaanse keuken
Je kunt er in de Italiaanse keuken niet omheen: basilicum. Het wordt in gedroogde vorm gebruikt als kruiden om een gerecht meer smaak te geven, je vindt het terug op pizza’s, en natuurlijk in heerlijke pasta’s en salades. Wist je dat je van basilicum ook eenvoudig je eigen verse pesto kan maken? Dat is heerlijk voor op een sandwich, of om te gebruiken in Italiaanse gerechten. Genoeg redenen om zo’n plantje in huis te halen, dus!
Zo verzorg je basilicum
Basilicum verzorgen is geen hogere wetenschap, net als het vergeet mij nietje, maar er zijn een aantal dingen waar je rekening mee kunt houden. Zo is het belangrijk om erbij stil te staan dat basilicum van warmte houdt. Een aangenaam plekje achter het raam waarderen ze dus zeker. Heb je net een basilicumplant gekocht, dan kun je deze het best naar een ruimere pot verplanten. Dan kunnen de wortels zich goed ontwikkelen. Zet het plantje op een plaats waar hij genoeg daglicht krijgt, maar liever niet in de volle zon. Dat doet de bladeren meer kwaad dan goed. Zie je dat het plantje zijn blaadjes laat hangen, dan is het tijd om water te geven. Vooral in de zomer heeft basilicum regelmatig water nodig.
Basilicum stekken
Basilicum laat zich ook goed stekken, waardoor je van één plant meerdere plantjes kunt maken. Die plantjes kun je vervolgens weer gebruiken in de keuken, of weggeven aan vrienden en familie. Hartstikke leuk! Gelukkig is ook basilicum stekken niet zo moeilijk. Zorg dat je een schone schaar in huis hebt, en knip daarmee een aantal stengels van je plant. Deze stengels moeten een lengte van zo’n tien centimeter hebben. Van die stengels verwijder je de onderste bladeren, waarna je ze in een glas water zet. Zorg dat het stengeltje onder water staat, maar de bladeren niet. Je zult al snel zien dat er uit het stengeltje wortels gaan groeien. Zijn die groot genoeg, dan zet je het plantje in de aarde. Zo heb je er in een handomdraai een nieuwe plant bij!