Eind november 2018 is de Hersenstichting gestart met een campagne om aandacht te vragen voor de gevolgen van hersenletsel. Er zijn in Nederland 645.900 mensen met een blijvende beperking door hersenletsel. Dagelijks krijgen zo’n 115 mensen een beroerte waardoor zichtbare verlamming kan optreden. Over het algemeen wordt de linkerhersenhelft beschadigd, daar waar zich bij 90% van de mensen het talencentrum bevindt. Maar de taalproblemen die ontstaan, zijn niet direct zichtbaar. Zowel de dierbare met afasie als zijn naaste omgeving moet wennen aan de nieuwe situatie en de beperkingen. Het is daarom erg belangrijk om zo spoedig mogelijk na het ontstaan van afasie te starten met logopedie.
Wat is afasie?
Afasie is een taalstoornis die ontstaat door hersenletsel. Meestal ontstaat afasie door een CVA (een beroerte) maar ook kan het ontstaan door een hersentumor, een ongeluk, een hersenkneuzing of een andere hersenaandoening. Afasie uit zich in spreken, schrijven, lezen en luisteren. Het kan voorkomen dat afasie een van deze vaardigheden bemoeilijkt maar het is ook mogelijk dat er meerdere worden aangetast. Een logopedist in het ziekenhuis stelt meestal de diagnose. Enkele taalonderzoeken wijzen uit op welke gebieden de moeilijkheden optreden.
Mogelijke niet-zichtbare gevolgen van hersenletsel
Voor mensen met afasie is het moeilijk om gesprekken te volgen in een rumoerige ruimte. Ze kunnen niet uit hun woorden komen of hebben moeite met het vinden van de juiste woorden. Het is lastiger om een gesprek te volgen als er snel, eentonig en in lange zinnen gesproken wordt. Het houden van gewone dagelijkse praatjes lukt dus niet meer en ook het lezen van de krant of tv kijken is moeilijker geworden. Andere niet-zichtbare gevolgen kunnen zijn: vermoeidheid, gevoeligheid voor prikkels, emotionele instabiliteit, angsten of stemmingswisselingen. Ook iets organiseren of plannen gaat niet meer zo makkelijk en daarnaast treden er geheugen- of concentratieproblemen op.
Wat verandert er aan taalbegrip en taalgebruik?
Iemand met afasie weet vaak nog wel wat hij duidelijk moet maken, alleen niet hoe. Dit geldt ook voor het woordgebruik. Hij weet nog wel de eerste letter van een woord of de lengte ervan maar kan niet op het juiste woord komen. Klanken of lettergrepen kunnen hierbij worden verwisseld. Lezen en televisie-kijken gaat niet meer zoals voorheen. Ook schrijven levert problemen op. Afasie belemmert op die manier het communiceren tussen de persoon met de beperking en zijn naaste omgeving.
Wat kun je doen aan taalproblemen door afasie?
Logopedie biedt hulp bij afasie. De logopedist oefent met taalproductie en taalbegrip. Door snel te starten met logopedie is er nog kans op herstel. Als afasie al langer bestaat, kan er nog functioneel worden geoefend. Hierbij wordt er gericht geoefend en getraind op situaties die moeilijkheden geven. Denk bijvoorbeeld aan schrijven, typen of het voeren van telefoongesprekken. Deze therapie verloopt in overleg met de cliënt. Er worden doelen opgesteld en daar wordt naartoe gewerkt. De therapie biedt hulp bij het verbeteren van de communicatieproblemen. Voor de cliënt vergemakkelijkt logopedie de acceptatie en de communicatie. De directe omgeving van de cliënt wordt ook betrokken bij de therapie. Die krijgt tips en adviezen om hun familielid te kunnen ondersteunen in een gesprek.